als ik maar één keer had gezegd dat wij
als ik drie seconden langer
als ik had durven
zouden we dan met rugzakjes en zachtgeworden cracottes
wandelingen maken
die nergens toe leiden enkel naar onszelf
konden we dan de bestekla omkeren
alle lepels messen vorken achter elkaar leggen
en meten hoe lang ze samen zijn
zouden we boeken gebruiken als armondersteuner
als hoge-kasten-opstapje
om er vooral niet in te hoeven lezen
waren we maar woeliger regenachtiger geluidsdichter
en voor één keer een volmaakt geheel
konden we dan merken als we handen gaven
dat die handen niet even groot zijn
maar wel even goed in elkaar passen
zouden we dan onze eigen wikipediapagina aanmaken
‘hoe jij en ik de wereld doorkruisten’
met uitgepuurde documentatie over verre landen zoals Frankrijk
konden we dan ‘s nachts inbreken in de zoo van planckendael
om met alle dieren te praten
en om het gevoel te krijgen dat we zelf bijna uitgestorven zijn
en zouden we dan gedichten schrijven
zodat we eindelijk dichter zouden zijn